Seksualiteitsbeleid in de GGZ

Hulpverleners, naasten en clienten samen in gesprek over seksualiteit ten gunste van beleidsvorming

Dit artikel gaat over de totstandkoming van het seksualiteitsbeleid binnen een GGZ-instelling.

Aanleiding was het ongemak van verpleegkundigen bij het thema seksualiteit bij cliënten. De leerkring verpleegkundigen initieerde daarom een serie moreel beraden rondom dit onderwerp, waaraan hulpverleners, cliënten- en familieraadsleden en actueel opgenomen cliënten deelnamen. De uitgangspunten waren vragen met betrekking tot gewenste intimiteit en seksualiteit voor langdurig opgenomen cliënten.

Hieronder lees je het verslag van één van deze moreel beraden. Het verslag leert niet alleen over de inhoud van het thema seksualiteit, maar ook over het proces van een moreel beraad. De beraden beoogden de totstandkoming van bouwstenen voor het te vormen beleid.

Verslag moreel beraad rond gewenste intimiteit en seksualiteit van langdurig opgenomen patiënten GGZ

In dit moreel beraad delen de professionals ervaringen rond het thema ‘gewenste seksualiteit bij chronisch opgenomen psychiatrisch patiënten’. Tijdens dit ‘delingsproces’ wordt de Socratische gespreksmethode (toelichting door gespreksleider: “het is onderzoek langs de lijn van de verschillen”) gehanteerd om op een aantal casussen uit de praktijk te reflecteren. Doel is om inzichten te delen rond ‘hoe willen we omgaan met seksualiteit bij patiënten’. Deze moreel beraden zijn bedoeld als traject (een middel) om vanuit vraagstukken uit de praktijk hierop beleid te formuleren. Een dwarsdoorsnede van de organisatie wordt betrokken in de moreel beraden (een platform voor deling van ervaringen en inzichten). Het creëert hiermee een olievlekwerking en stimuleert bewustwording rond ‘gewenste seksualiteit’ in de organisatie.

Aan dit moreel beraad nemen deel: 4 hulpverleners, 3 familieleden van cliënten, 4 cliëntenraadsleden.

In dit moreel beraad verwerkt de observator het gesprek aan de hand van het bevindingen- en observatieformulier (zie hieronder).

Start moreel beraad

De gespreksleider neemt het voortouw om een kennismaking ronde voor te stellen en daarin ook te sturen. Op verzoek van gespreksleider brengt een verpleegkundige haar urgente vraagstuk (dilemma) van de vorige keer, dit is toen afgesproken in de groep.

Urgente vraag (casus)

De verpleegkundige krijgt veel gespreksruimte om haar vraag in te brengen en uit te leggen. Zij is op zoek naar nieuwe invalshoeken ‘wanneer moet ik als verpleegkundige me bemoeien met twee cliënten die seksueel contact met elkaar hebben?’.

Achtergrond: vrouwelijke patiënten; reden van opname is dat ze een delict gepleegd hebben en dat ze in ‘bescherming’ genomen moeten worden tegen zichzelf.

Wat betekent in deze zin dan bescherming: geen seksueel contact? Wat is de reden achter de maatregel om patiënten te beschermen?

Oplossingen

• Door verhelderingsvragen te stellen komen er inzichten wat ‘juist’ was in deze situatie. Vragen zoals ‘wat is een relatie’, ‘wat was afgesproken’, ‘waarom zijn ze uit elkaar gehaald’ etc.

• Oplossing is meer ‘de verbreding van invalshoeken’: in gesprek gaan met patiënten over achterliggende beweegredenen, maar ook dat het inzicht tot stand komt > het gedrag van de verpleegkundigen naar de patiënten is dubbelzinnig en daardoor verwarrend (mede door de huisregels).

• Enkelen vinden dat de huisregels bezien moeten worden en dat het gedrag van verpleegkundigen deze regels dienen dit te ondersteunen.

• Anderen hebben een kritische noot “maar je mag hiermee geen verantwoordelijkheid van patiënten weghalen of de seksuele vrijheid teveel belemmeren”, “je mag je pas bemoeien als het in een behandelplan is vastgelegd (dit zijn gezamenlijke afspraken tussen verpleegkundige en patiënt) of als iemand wilsonbekwaam is. Je kunt zodoende niet ‘blind’ de huisregels hanteren, want dit kan voor spanning zorgen met de afspraken in het behandelplan.”

• Huisregels vormen een pijnpunt, dit bestaat uit de ‘oudheid’; het wordt als ingrijpend ervaren en men leert nu dat hiermee iets moet veranderen. De huidige huisregels helpen nu niet in het werk.

• Verschil zit in ‘het recht om te handelen’: op vrijwillige basis afspraken maken in het behandelplan maakt de verantwoordelijkheid gedeeld en zitten er ook consequenties aan vast; bij deels onbekwaam is het niet gelijkwaardig en ook niet tweezijdig en dan ben je als teamverpleegkundige eenzijdig verantwoordelijk voor de behandeling. Belangrijk om heel zorgvuldig van te voren uitzoeken waarin je de vrijheid beperkt en welke maatregelen je hanteert. Wat is ook deels onbekwaam?

• Mits cliënten het willen en beiden seksueel contact mogen hebben, maar afhankelijk van het eenzijdige of tweezijdige behandelplan worden hierin afspraken, maatregelen en consequenties afgesproken.

• Intake is een belangrijke ‘ingang’ om het gesprek over seksualiteit met de patiënt aan te gaan (als verpleegkundige benoemen bij de patiënt dat dit onderwerp te bespreken valt).

• “Door dit moreel beraad gaat het mij gemakkelijker af om over seksualiteit te praten in het werk en hiermee om te gaan”. Alleen: hoe starten we nu de olievlekwerking? Hoe kunnen we dat het beste inzetten?

• Je moet als organisatie ook ‘handvatten’ bieden waardoor de olievlek langzaam ontstaat en breder wordt gedragen in de organisatie, o.a. door scholing, opleiding, training, symposia (bv volgende symposium rond “Eenzaamheid”), meer cursussen, meer ‘bewuste gespreksruimte’ etc. – als organisatie daarmee ook helpen dat medewerkers hierover met elkaar en hun patiënten in gesprek gaan, dit is een tip van de cliëntenraad (dat verpleegkundigen ook ‘professioneel’ hierover het gesprek kunnen aangaan), deze tip wordt ook ondersteund door de aanwezige verpleegkundigen.

• “Door de moreel beraden zie ik nu al veranderingen in het werk (de olievlek): er komen meer openingen, meer collega’s willen erover praten en vinden dit belangrijk om zorgvuldig in te richten naar hun patiënten, er is meer mogelijk, er wordt meer gesproken over dit onderwerp.”

Gespreksleider

• Met behulp van open vragen stimuleert hij deelnemers om antwoorden te geven op de vraag van de professional, hij helpt actief om nieuwe inzichten te geven.

• Hij vraagt mensen om het in een vraag te formuleren, begrippen toe te lichten, samen te vatten en of de vraag te beantwoorden. Hij haalt ook regelmatig de vraag terug om continue te reflecteren op de waarde van de vraag en waar nu echt het pijnpunt zit: “Sta je als verpleegkundige nog achter de vraag en de behandelwijze? En waarom?”.

• Daarnaast intervenieert / stuurt hij het gesprek door samen te vatten wat hij hoort en weer een vraag te stellen aan de inbrenger van casus of iemand die minder aan bod in het gesprek.

Omgeving

• Groep: 11 deelnemers
• Vorm: kring
• Locatie: in hun vertrouwde (werk)omgeving

Rollen

• gespreksleider
• initiatiefnemer, verslaglegger van het gesprek
• professionals: 4 verpleegkundigen, 4 leden van de cliëntenraad, 3 familieleden

Sociale proces

• Sommigen stellen nieuwsgierig open vragen om samen te ontdekken en anderen ‘vallen wat meer aan’ met kritische vragen waar het ‘pijnpunt’ zit (soms bij zichzelf en niet bij degene die de casus inbrengt, soms gericht op de procedure en niet op de inhoud).

• Door de betrokkenheid bij het inhoudelijke thema mist soms de ruimte om uit te praten, de betrokkenheid bij het onderwerp neemt toe en daardoor ook de ‘ongeduldigheid’ bij de deelnemers om hun mening/visie te geven (in plaats van vragen te stellen en/of te formuleren voor de inbrenger van de casus).

• Lid van de cliëntenraad stelt vanaf de ‘zijlijn’ (er zijn toch huisregels, daar moet je toch consequent in zijn, topdown beleid formuleren, over seksualiteit moet toch gesproken worden, ‘mist de urgentie’ van anderen dat seksualiteit een moeilijk besproken onderwerp is in de organisatie (het is toch onderdeel van het behandelplan?) – hierdoor wordt wel het dilemma zichtbaar: huisregels versus praktijk (behandelplan)

Resultaten en vervolgstappen moreel beraad

• Door de casus heeft het team (waar de verpleegkundige deel van uitmaakt die de casus inbracht) een andere houding ingenomen t.a.v. situaties waar seksualiteit een rol in speelt, ondanks dat de regels/het beleid nog niet zijn veranderd.

• Huisregels moeten herzien worden meer aansluitend op de praktijk en afspraken in het behandelplan (tweezijdige en gelijkwaardige overeenkomst, hiermee blijft de verantwoordelijkheid ook gedeeld en bij de twee betrokken partijen liggen).

• Behoefte aan niet zozeer beleid vanuit Raad van Bestuur maar meer een richt gevende visie voor de verpleegkundigen/afdelingen (behandelvrijheid meer ‘teruggeven’ en als verpleegkundige deze behandelvrijheid niet teveel ‘overnemen’).

• Moreel beraden worden als prettig ervaren, ruimte om samen met professionals inzichten te vergaren rond casuïstiek (lastige situaties) in het werk en hoe daarmee om te gaan. “Het vuurtje verspreidt zich steeds sneller.”