Cliëntparticipatie in moreel beraad

Een precair evenwicht

Op verzoek van een manager wiens team al geruime ervaring met moreel beraad had, werd het initiatief genomen om binnen dat team een cliëntparticipant uit te nodigen voor het moreel beraad. De moreel beraadgroep wilde dit faciliteren, maar sprak zich niet uit voor of tegen het initiatief. We juichten het echter in stilte wel toe: cliëntparticipatie in MB betekende een dialoog ‘pur sang’, aangezien er volop ruimte zou zijn om te oefenen met gelijkwaardig spreken, machtsverhoudingen en vooronderstellingen mbt de inbreng over en weer. Om die reden waren we zeer geïnteresseerd in dit proces.

Het team reageerde terughoudend, maar de manager zette door. Zo geschiedde. Hoewel het aanvankelijk moeizaam liep, verdwenen al snel de zij/wij-verschillen en liep het MB goed. Maar toen een casus uitgelekt bleek onder actueel opgenomen cliënten, stak het oude wantrouwen weer de kop op. Cliëntparticipatie in MB werd niet voortgezet.

Geslaagd of juist minder succesvol?

Ik beschouw dit zowel succesvol als minder succesvol: cliëntparticipatie werd uiteindelijk min of meer normaal toen er eenmaal ervaringen werden opgedaan. De paradox van het ‘dwingen tot een dialoog’ (omdat het tegen de aard vd dialoog is om te dwingen) werkte hier positief. Maar na het incident bleek hoe precair de verhoudingen waren, omdat er van tevoren geen aandacht was geschonken aan de latente gevoelens van angst en weerstand vanuit het team. Daar had, binnen de context van een dialoog, meer aandacht voor moeten zijn.

Wat was vooraf nodig?

Primair: initiatief van de manager/teams/deelnemers: daar ligt het eigenaarschap over MB. De MB-groep is kritisch op en verantwoordelijk voor de kwaliteit van de te voeren dialoog.

Wat kan er van geleerd worden?

Wat mij betreft is het cruciaal dat het eigenaarschap van de MB’s bij de deelnemers ligt. En dat veranderingsvoorstellen mbt dit MB altijd in samenspraak (en in de vorm van een open dialoog) met de betrokkenen plaatsvindt.

Op welke valkuilen moeten anderen letten?

Dialoog en dwingen gaan niet samen, maar soms moet je het gewoon doén om te ervaren dat het misschien allemaal wel meevalt. Tegelijk moet ‘weerstand’ niet meteen afgeserveerd worden als ongefundeerd: er kunnen sterke redenen zijn waarom een team twijfelt aan zo’n initiatief, en die redenen moeten zeker serieus genomen worden.