Doen we het goede voor onze cliënten?

Een zorgethische bespiegeling in de zorgorganisatie

Het goede doen voor cliënten heeft – vanuit zorgethiek gedacht – een specifieke betekenis. Het gaat erom dat zorgverleners met aandachtige betrokkenheid, verantwoordelijkheid, competentie en reflexiviteit, in elk contact weer opnieuw zich afvragen wat hier en nu het goede is om te doen, voor deze cliënt.

Dat goede doen vraagt van zorgverleners om een bepaalde houding, kennis en vaardigheden. Maar óók om een organisatievisie, – inrichting, – aansturing en ondersteuning (zoals het gebruik van protocollen en richtlijnen) die de zorgrelatie faciliteert en niet in de weg zit.

Samen met een zorgorganisatie verwerk ik deze zorgethische inzichten over (het faciliteren van) goede zorg in een observatieschema, waarmee ik vervolgens de organisatie inga. Ik observeer het handelen van zorgverleners en stel daarover vragen; en bespreek dat vervolgens met hen in een (werk)overleg. Zo reflecteren ze op hun eigen handelen om (moreel) kwaliteitsbewustzijn te bevorderen en onderwerpen te vinden die voor verbetering in aanmerking komen.

Daarnaast bekijk ik de organisatievisie, – inrichting, – aansturing en ondersteuning vanuit de vraag of deze faciliterend is aan de zorgrelatie (waar de goede zorg tussen zorgverlener en – ontvanger wordt ‘gemaakt’) of dit juist in de weg zit. Op basis daarvan geef ik adviezen over een andere organisatievisie, – inrichting, -aansturing en ondersteuning.

Geslaagd of juist minder succesvol?

De aanpak slaagt als goede afspraken in de organisatie en met medewerkers zijn gemaakt over wat met de uitkomsten van de observaties wordt gedaan. Het is aan de medewerkers zelf en aan het team om er mee aan de slag te gaan (daarom word ik het liefst door hen zelf uitgenodigd). Nooit mag het idee ontstaan dat gaat om het functioneren van individuele medewerkers of een heel team te beoordelen of zelfs te veroordelen. Medewerkers moeten daarvan op aan kunnen.

Daarnaast is het van belang om afspraken te maken over de opvolging van de observaties. Er moet in de teams ruimte zijn om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan met de bevindingen. Ruimte voor gezamenlijk overleg in het team, maar ook ruimte om veranderingen door te voeren.

Wat was vooraf nodig?

– Afspraken met managers / bestuurders over wat wordt geobserveerd; en draagvlak voor het observatieschema.
– Afspraken met medewerkers over wat met de uitkomsten van de observaties wordt gedaan.
– Goede afspraken over de meeloopdagen (tijdstippen, opgehaald worden, aanspreekpunt).

Wat kan er van geleerd worden?

Ethiek gaat niet alleen over het leren omgaan met morele dilemma’s, maar is in de dagelijkse praktijk ook verbonden met professionaliteit van medewerkers, organisatieverandering en werken aan kwaliteitsverbetering.

Op welke valkuilen moeten anderen letten?

Goed duiden van wat gezien is in de observaties en veel concrete voorbeelden gebruiken helpt medewerkers en managers te zien en te ervaren wat er op het spel staat voor cliënten en waar en waarom het mis kan gaan. Wanneer onvoldoende ruimte is voor het goede gesprek naar aanleiding van de observaties, dan kunnen ze hun werk niet doen.